Het kon niet uitblijven: veel van de begrotingsplannen van het kabinet waren alweer vóór Prinsjesdag uitgelekt. De hervorming van box 3 per 2017 lag bijvoorbeeld al in detail op straat, evenals de verruiming van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning. Desondanks bevat het vandaag door Minister Dijsselbloem aan de Tweede Kamer aangeboden pakket aan belastingplannen, enkele noemenswaardige maatregelen die nog niet breed werden uitgemeten in de landelijke media. Zo wordt fiscaal gedreven emigratie aangepakt en vindt er een aanscherping plaats van het gebruikelijkheidscriterium in de werkkostenregeling.
Vijf wetsvoorstellen
Ten opzichte van slechts één wetsvoorstel vorig jaar, bestaat het ‘pakket Belastingplan’ dit jaar uit vijf wetsvoorstellen. Naast het Belastingplan 2016 zijn dat de Overige Fiscale maatregelen 2016, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet vrijstelling uitkeringen Artikel 2-Fonds en de Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015. Van een grote belastinghervorming is geen sprake. Desondanks bevatten de diverse wetsvoorstellen tezamen een keur aan maatregelen.
Dichten emigratielek
Het kabinet was er al enige tijd mee bezig, maar nu wordt de fiscaal gedreven emigratie door de aanmerkelijkbelanghouder toch echt aangepakt. De bij emigratie opgelegde conserverende aanslag zal niet meer worden kwijtgescholden na tien jaar, maar blijft voortaan voor onbepaalde tijd openstaan. Verder moet de geëmigreerde aanmerkelijkbelanghouder bij iedere winstuitdeling na emigratie naar rato belasting betalen. De Belastingdienst kan dus voortaan de conserverende belastingaanslag ook innen bij een winstuitdeling van minder dan 90%. Pikant detail is dat de voorgestelde maatregelen met terugwerkende kracht gaan gelden vanaf 15 september 2015, 15.15 uur, oftewel het tijdstip waarop het Belastingplan 2016 is gepubliceerd. Dit om anticipatiegedrag te voorkomen.
Implementatie aanpassingen Moeder-dochterrichtlijn 2015
Nu de Europese moeder-dochterrichtlijn is gewijzigd met een algemene anti-misbruikmaatregel en een specifieke bepaling voor het tegengaan van structuren met hybride leningen, moet een en ander vóór 1 januari 2016 worden omgezet in nationale wetgeving. Daarvoor dient het wetsvoorstel Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015. Om uitvoering te geven aan de specifieke antimisbruikbepaling wordt in de deelnemingsvrijstelling opgenomen dat deze vrijstelling niet van toepassing is op voordelen uit hoofde van een deelneming, wanneer die voordelen bestaan uit vergoedingen of betalingen die bij het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden in aftrek kunnen komen voor een winstbelasting. Implementatie van de algemene antimisbruikbepaling vindt plaats in de buitenlandse AB-regeling in de vennootschapsbelasting en de daarmee samenhangende anti-ontgaansbepaling voor coöperaties in de dividendbelasting.
Aanscherping gebruikelijkheidscriterium
Het gebruikelijkheidscriterium in de werkkostenregeling wordt aangescherpt om zo te voorkomen dat bijvoorbeeld bonussen met het oog op tariefarbitrage worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Met een wijziging wordt verduidelijkt dat het door de werkgever aanwijzen van vergoedingen of verstrekkingen van een bepaalde omvang als eindheffingsbestanddeel, gebruikelijk moet zijn en niet de omvang van de vergoedingen of verstrekking als zodanig.
Nieuwe aanpassingen Vpb-plicht overheidsondernemingen
De modernisering van de Vpb-plicht voor overheidsondernemingen per 1 januari 2016 gaat niet zonder slag of stoot. In de Belastingplannen voor 2016 zijn nog enkele wijzigingen opgenomen. Zo moet met een wijziging in de vennootschapsbelasting worden voorkomen dat ondernemingswinsten door publiekrechtelijke rechtspersonen, stichtingen en verenigingen onbelast kunnen worden genoten, door de onderneming onder te brengen in een commanditaire vennootschap. Een andere wijziging ziet op de mogelijkheid voor gemeenten, provincies, waterschappen en ministeries om zonder fiscale consequenties te fuseren, te splitsen of taken te herschikken.
Aanpak erfpachtstructuren in de overdrachtsbelasting
Het kabinet gaat erfpachtstructuren in de overdrachtsbelasting aanpakken. In de praktijk blijkt namelijk steeds vaker gebruik te worden gemaakt van zogenoemde erfpachtlease om overdrachtsbelasting te voorkomen. Daarom wordt voorgesteld om geen besparing van overdrachtsbelasting toe te staan wanneer een onroerende zaak wordt geleverd onder voorbehoud van een erfdienstbaarheid, een recht van erfpacht of een recht van opstal.
Step-up voor grensoverschrijdende juridische fusie/splitsing
In de dividendbelasting regelt het kabinet een step-up voor een grensoverschrijdende juridische fusie en juridische splitsing. Hiermee moet worden voorkomen dat Nederland een dividendbelastingclaim vestigt op bestaande buitenlandse winstreserves.
Vereenvoudigingen fiscaal procesrecht
Het fiscale procesrecht staat aan de vooravond van enkele vereenvoudigingen. Er worden verbeteringen aangebracht in de massaalbezwaarprocedure en het kabinet gaat een fiscale prejudiciële procedure invoeren. Daarmee wordt het dus mogelijk om in belastingzaken prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.
Aanscherping disculpatiemogelijkheid
De grootaandeelhouder die zijn aandelen in een vennootschap met stille of fiscale reserves vervreemd, kan zich niet langer zomaar disculperen van zijn aansprakelijkheid. Disculpatie is niet langer mogelijk in geval van aansprakelijkheid voor de vennootschapsbelasting die is verschuldigd over een herinvesteringsreserve of een (stille) reserve die samenhangt met activa die binnen zes maanden na de aandelenoverdracht worden vervreemd. Daarmee ligt het risico van onverhaalbaarheid van de belastingschuld niet langer bij de Belastingdienst maar bij de grootaandeelhouder als verkoper van de aandelen. Zijn risico op aansprakelijkheid kan hij wel uitsluiten door zekerheid van de koper te eisen. Om anticipatiegedrag te voorkomen geldt voor deze maatregel een terugwerkende kracht tot en met 15 september 2015, 15.15 uur, oftewel het tijdstip waarop het Belastingplan 2016 is gepubliceerd.
Nieuwe documentatieverplichtingen
Tot slot, maar zeker niet op de laatste plaats, worden in de vennootschapsbelasting nieuwe gestandaardiseerde documentatieverplichtingen opgenomen voor multinationale groepen over de verrekenprijzen die zij binnen het concern hanteren. Het gaat om een landenrapport (country-by-country-report), een groepsdossier (master file) en een lokaal dossier (local file). Daarmee geeft het kabinet gehoor aan de implementatie van actiepunt 13 van het BEPS-project van de OESO.
Bron: TaxLive