De VAR gaat verdwijnen

De VAR gaat verdwijnen

Alternatief voor VAR en BGL De VAR gaat verdwijnen. Vanaf 2016 komen er door de fiscus geaccordeerde modelovereenkomsten. Kunt u nu tot 2016 verder met de bestaande VAR? Schijnzelfstandigen Er zijn de laatste jaren steeds meer zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) gekomen. De overheid acht deze ontwikkeling maatschappelijk ongewenst, omdat veel van deze nieuwe ondernemers ‘schijnzelfstandigen’ zijn. Een van de voornaamste bezwaren is dat als ondernemer ‘vermomde’ arbeidskrachten onbedoeld aanspraak kunnen maken op de fiscale ondernemersfaciliteiten. Beschikking geen loonheffingen (BGL). Om ernst te kunnen maken met de bestrijding van het fenomeen ‘schijnzelfstandigheid’ is in september 2014 voorgesteld voortaan te gaan werken met de BGL. Het was de bedoeling dat de BGL in plaats van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) zou komen. De BGL zou via een webmodule worden verstrekt. Er was vanaf het begin veel kritiek op de BGL en het lukte bovendien maar niet om de webmodule operationeel te krijgen. Afgeblazen Nu is het hoge woord er dan toch uit: de BGL komt er niet meer en de VAR zal worden vervangen door een systeem waarbij belangenorganisaties van opdrachtgevers en opdrachtnemers, en ook individuele opdrachtgevers en opdrachtnemers, overeenkomsten kunnen voorleggen aan de Belastingdienst. Het is de bedoeling dat het nieuwe systeem op 1 januari 2016 volledig is ingevoerd. En nu? Veel ondernemers zullen zich afvragen hoe zij moeten handelen totdat het systeem met modelcontracten is ingevoerd. Hierover heeft de Belastingdienst het volgende bekendgemaakt: o    de VAR blijft nog het hele jaar 2015 gelden; o    een VAR-wuo uit 2014 geldt ook voor het hele jaar 2015. De bestaande VAR blijft doorlopen onder de voorwaarde dat de werkzaamheden niet veranderen;...
Handboek Loonheffingen 2015 online

Handboek Loonheffingen 2015 online

Recent is het Handboek Loonheffingen 2015 door de Belastingdienst beschikbaar gesteld. In dit document vindt u alle regelingen die in 2015 voor de loonheffingen gelden. Nu de werkkostenregeling ingevoerd is en de oude regels voor vergoedingen en verstrekkingen niet meer gelden, is het Handboek dit jaar ongeveer 30 pagina’s dunner. In het Handboek Loonheffingen 2015 vindt u alle wet- en regelgeving die in 2015 voor de loonheffingen geldt. U vindt er informatie over de loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, maar ook over uw administratieve verplichtingen. Intussen is deze informatie niet alleen op de site van de Belastingdienst aangepast aan de regelgeving van 2015, ook de downloadbare pdf is onlangs beschikbaar gesteld door de Belastingdienst. Net als in 2014 zal de fiscus de downloadversie van het Handboek Loonheffingen begin april, begin juli en begin oktober actualiseren. Via versiebeheer wordt daarbij aangegeven wat er is veranderd ten opzichte van de vorige versie. De informatie op de website van de Belastingdienst is altijd actueel. Informatie terugvinden Sinds 2012 bevat de pdf van het Handboek Loonheffingen geen alfabetisch trefwoordenregister meer. Digitale gebruikers van het Handboek kunnen in de downloadversie via de toetscombinatie [Ctrl] + [f] namelijk eenvoudig naar steekwoorden zoeken. Als u gewend bent om het handboek af te drukken en op papier te raadplegen, is het echter een stuk lastiger om de gewenste informatie terug te vinden. Ook al is het Handboek dit jaar geen 365 pagina’s. Rendement maakt een trefwoordenregister voor u Om de abonnees tegemoet te komen die liever ouderwets door het papieren Handboek heen bladeren, is Rendement druk bezig om het ontbrekende register – net als de afgelopen jaren...
Gebruikelijkloonregeling moet duidelijker

Gebruikelijkloonregeling moet duidelijker

Het bepalen van het gebruikelijk loon voor aanmerkelijkbelanghouders is niet altijd even eenvoudig. Vooral het begrip ‘soortgelijke dienstbetrekking’ leidt in de praktijk tot veel getouwtrek tussen de Belastingdienst en directeuren-grootaandeelhouders (dga’s). Het kabinet heeft daarom besloten om de regeling te herzien, zodat die meer duidelijkheid biedt. De belangrijkste wijziging ten opzichte van de huidige vormgeving van de gebruikelijkloonregeling is de introductie van het begrip ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ ter vervanging van het begrip ‘soortgelijke dienstbetrekking’.  Dit laatste begrip leidt in de praktijk namelijk regelmatig tot discussie tussen de Belastingdienst en dga’s. Discussie over ‘soortgelijke dienstbetrekking’ De discussie spitst zich dan toe op de door de inspecteur aangegeven ‘soortgelijke dienstbetrekking’. Volgens veel dga’s is de functie-inhoud namelijk niet te vergelijken. Ook kunnen werkzaamheden in een andere regio plaatsvinden, of opereert de bv van de dga in een andere sector of heeft een andere grootte. In het bericht ‘Staatssecretaris laat afroommethode rusten’ kunt u een voorbeeld van een dergelijke discussie teruglezen. Loon uit meest vergelijkbare dienstbetrekking Een soortgelijke dienstbetrekking kan ontbreken, maar een meest vergelijkbare dienstbetrekking bestaat altijd. In het geval van een orthodontist zou het loon dan bijvoorbeeld gesteld kunnen worden op het loon van een tandarts in loondienst, zonder dat de orthodontist hiertegen kan ageren. Op grond van de nieuwe gebruikelijkloonregeling geldt als hoofdregel daarom dat het in aanmerking te nemen loon ten minste wordt gesteld op het hoogste van de volgende bedragen: 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; het hoogste loon van de overige werknemers van de bv; €...