De Belastingdienst kan een vergrijpboete opleggen als er sprake is van grove schuld of opzet. Het onzorgvuldig handelen van een werknemer kan de fiscus echter niet altijd aan u toerekenen. Dit blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad.
In deze zaak ging het om een vestiging van een hotelketen op de Waddeneilanden. Een administratief werkneemster – die in het bezit was van een HBO-opleiding en diverse cursussen loonadministratie had gedaan – verzorgde de inhouding en afdracht van de premies werknemersverzekeringen. Naast haar werk voor de hotelketen was ze ook in loondienst bij een accountantskantoor. Twee keer per jaar controleerde dat kantoor ook steekproefsgewijs de loonadministratie van de vestiging van de hotelketen. Bij het verzorgen van de premies werknemersverzekeringen maakte de werkneemster echter een foutje. De Belastingdienst legde daarom een naheffingsaanslag met vergrijpboete op.
Behoorlijke taakvervulling van de werkneemster
De hotelketen vond de vergrijpboete echter niet terecht en ging naar de rechter. De Hoge Raad bepaalde uiteindelijk dat de aanwezigheid van grove schuld of opzet onder andere afhankelijk was van de zorg die de werkgever had gegeven bij de uitleg van de werkzaamheden. Daarnaast moest de inspecteur ook kijken of de werkgever moest twijfelen aan de behoorlijke taakvervulling van de werkneemster. De Hoge Raad bepaalde op basis van de feiten en omstandigheden dat er geen sprake was van grove schuld of opzet. Doorslaggevend hierbij was dat de werkneemster deskundig was en voldoende ervaring had. Daarnaast mocht de hotelketen er ook op vertrouwen dat de eventuele fouten van de werkneemster tijdig aan het licht zouden komen bij de controle door het accountantskantoor. De vergrijpboete kon dus niet in stand blijven.