door controlb | Nov 9, 2014 | Geen categorie
In haar conclusie heeft de advocaat-generaal van de Hoge Raad gesteld dat het niet zijn van een ondernemer geen beletsel hoeft te zijn om opgenomen te worden in een fiscale eenheid voor de BTW. Deze conclusie kan grote gevolgen hebben voor de voorwaarden die momenteel aan een fiscale eenheid gesteld worden. In het bericht ‘Dga staat centraal in fiscale eenheid’ las u al dat het Gerechtshof Den Haag had geoordeeld dat een holding-bv die zelf geen ondernemer is voor de btw, toch een fiscale eenheid mag vormen met een werk-bv die wel BTW-ondernemer is. Dit was opmerkelijk: de Belastingdienst stelt als voorwaarde voor het vormen van een fiscale eenheid dat dit alleen mogelijk is als de ondernemingen zelfstandige ondernemers zijn voor de BTW. De staatssecretaris van Financiën ging daarom in cassatie bij de Hoge Raad. Nederlandse wet niet in lijn met Europese jurisprudentie Advocaat-generaal Van Hilten van de Hoge Raad concludeerde echter dat de voorwaarde dat er sprake moet zijn van zelfstandige ondernemingen voor de BTW met het oog op de Europese BTW-richtlijn geen stand kan houden. De bepaling dat een fiscale eenheid moet bestaan uit afzonderlijke zelfstandige ondernemers ligt sinds 1995 vast in de Nederlandse wet, maar is volgens de advocaat-generaal ook niet in lijn met recente jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. Uit die jurisprudentie blijkt namelijk dat elke persoon, ondernemer of niet, deel moet kunnen uitmaken van een fiscale eenheid. Verwevenheid wel van belang als voorwaarde De advocaat-generaal concludeerde wel dat de voorwaarde van organisatorische, economische en financiële verbondenheid terecht bepalend is om na te gaan of een niet-ondernemer deel uit kan maken van een...
door controlb | Okt 22, 2014 | Belastingtips
Het fiscale onderscheid tussen binnenlandse boetes en buitenlandse geldboetes verdwijnt. Dat betekent dat u ze niet meer mag aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Dat blijkt uit het Belastingplan 2015. Als uw onderneming de werkkostenregeling (WKR) al toepast, mag u buitenlandse geldboetes die aan een werknemer toe te rekenen zijn op dit moment nog onderbrengen in de vrije ruimte. U kunt ze op die manier onbelast aan de werknemer vergoeden. Binnenlandse geldboetes mag u niet aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Uit het Belastingplan 2015 blijkt dat de regels veranderen. Vanaf 1 januari 2015 worden buitenlandse geldboetes hetzelfde behandeld als binnenlandse. Hiervoor wordt de Wet op de loonbelasting aangepast. Geldboetes altijd tot het loon rekenen U moet alle geldboetes die u betaalt, maar die toe te rekenen zijn aan de werknemer, vanaf volgend jaar dus bij het loon van de werknemer tellen en normaal belasten. Past uw onderneming nu nog het oude regime voor vrije vergoedingen en verstrekkingen toe, dan mag u ook nu al voor buitenlandse geldboetes geen eindheffing toepassen. Daar verandert dus niets aan als u per 1 januari 2015 overstapt op de WKR. Afwijkende regels voor verkeersboetes Bij geldboetes kunt u denken aan: Geldboetes opgelegd door een Nederlandse strafrechter; Geldsommen betaald aan de staat ter voorkoming van strafvervolging in Nederland; Geldsommen betaald aan de staat in verband met een besluit tot gratieverlening; Bestuurlijke boetes; Geldboetes op basis van tuchtrecht dat wettelijk is geregeld; Kosten van een naheffingsaanslag parkeerbelasting; Kosten van het verwijderen van een wielklem. Voor verkeersboetes gelden overigens andere regels. Als u die niet verhaalt op de werknemer, mag u wel eindheffing toepassen. Dat geldt onder het oude regime en onder de WKR....
door controlb | Okt 19, 2014 | Verlofregels
Het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden is goedgekeurd door de Tweede Kamer. Als ook de Eerste Kamer ermee instemt, veranderen de regels voor vier soorten verlof. Hieronder vindt u de belangrijkste wijzigingen aan de Wet arbeid en zorg (WAZO) op een rijtje. Wanneer de regels van kracht worden, staat nog niet vast, maar de verwachting is dat dit in 2015 gebeurt. Ouderschapsverlof Hoewel werknemers nu nog minimaal een jaar in dienst moeten zijn voor zij het recht krijgen om ouderschapsverlof aan te vragen, mogen ze dat straks meteen. Werknemers mogen straks zelf bepalen hoe zij het ouderschapsverlof willen opnemen. Ze mogen dus ook voor meer dan 50% van de wekelijkse arbeidsduur ouderschapsverlof opnemen en het verlof straks in meer dan zes perioden opdelen. Dat kan nu ook al, maar alleen als de werkgever dat goedkeurt. Zorgverlof Werknemers mogen straks voor meer personen kortdurend en langdurend zorgverlof opnemen dan nu. Ze hebben dan ook recht op zorgverlof als ze zorgen voor een zieke broer, zus, grootouder, kleinkind, huisgenoot of iemand anders in hun naaste omgeving. Nu mogen werknemers alleen langdurend zorgverlof opnemen voor zorg in verband met een levensbedreigende ziekte. Straks mag dat ook voor noodzakelijke zorg bij ziekte of hulpbehoevendheid. Werknemers mogen straks zelf bepalen hoe zij het langdurend zorgverlof willen spreiden. Volgens de huidige regels kan een werknemer voor een periode van 12 aaneengesloten weken maximaal de helft van zijn arbeidsduur per week aan langdurend zorgverlof opnemen. Die beperking geldt straks niet meer. Bevallingsverlof Werkneemsters krijgen het recht om hun bevallingsverlof flexibel op te nemen. Ze hoeven dan vanaf zes weken na de bevalling niet meer...
door controlb | Sep 20, 2014 | Looncategorieën
Het bepalen van het gebruikelijk loon voor aanmerkelijkbelanghouders is niet altijd even eenvoudig. Vooral het begrip ‘soortgelijke dienstbetrekking’ leidt in de praktijk tot veel getouwtrek tussen de Belastingdienst en directeuren-grootaandeelhouders (dga’s). Het kabinet heeft daarom besloten om de regeling te herzien, zodat die meer duidelijkheid biedt. De belangrijkste wijziging ten opzichte van de huidige vormgeving van de gebruikelijkloonregeling is de introductie van het begrip ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ ter vervanging van het begrip ‘soortgelijke dienstbetrekking’. Dit laatste begrip leidt in de praktijk namelijk regelmatig tot discussie tussen de Belastingdienst en dga’s. Discussie over ‘soortgelijke dienstbetrekking’ De discussie spitst zich dan toe op de door de inspecteur aangegeven ‘soortgelijke dienstbetrekking’. Volgens veel dga’s is de functie-inhoud namelijk niet te vergelijken. Ook kunnen werkzaamheden in een andere regio plaatsvinden, of opereert de bv van de dga in een andere sector of heeft een andere grootte. In het bericht ‘Staatssecretaris laat afroommethode rusten’ kunt u een voorbeeld van een dergelijke discussie teruglezen. Loon uit meest vergelijkbare dienstbetrekking Een soortgelijke dienstbetrekking kan ontbreken, maar een meest vergelijkbare dienstbetrekking bestaat altijd. In het geval van een orthodontist zou het loon dan bijvoorbeeld gesteld kunnen worden op het loon van een tandarts in loondienst, zonder dat de orthodontist hiertegen kan ageren. Op grond van de nieuwe gebruikelijkloonregeling geldt als hoofdregel daarom dat het in aanmerking te nemen loon ten minste wordt gesteld op het hoogste van de volgende bedragen: 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; het hoogste loon van de overige werknemers van de bv; €...
door controlb | Aug 29, 2014 | Belastingtips
Voor een bestelauto die alleen maar of bijna uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen, hoeft u geen rekening te houden met een bijtelling voor privégebruik. Maar zodra in de bestelauto veel materialen of apparaten aanwezig zijn, of als de bestelauto smerig is, wil dit volgens Rechtbank Den Haag nog niet direct zeggen dat hij ongeschikt is voor personenvervoer. In een recente rechtszaak draaide het om een onderneming die een bestelbus ter beschikking had gesteld aan een werknemer. Hiervoor was door de fiscus een ´Verklaring geen privégebruik auto´ afgegeven. De onderneming hoefde geen rekening te houden met bijtelling als de werknemer met een sluitende rittenadministratie aan kon tonen dat de auto voor minder dan 500 kilometer privé was gebruikt. De werknemer had de bestelbus tot zijn beschikking tot en met 31 oktober 2012. In december 2012 deed de Belastingdienst navraag naar het privégebruik van de auto. De werknemer kon echter geen rittenadministratie overleggen: hij had deze ingeleverd bij zijn inmiddels failliete werkgever en had geen kopie. Daarom legde de inspecteur een naheffingsaanslag loonbelasting op. Een smerige bestelauto kan best personen vervoeren De man stapte hierop naar de rechter. Hij voerde aan dat de bestelbus helemaal niet geschikt was voor privégebruik. Om zijn argument kracht bij te zetten, toonde hij foto’s van de bestelbus. De rechter was echter niet onder de indruk. De cabine van de bestelbus lag weliswaar vol met apparatuur, dit betekende volgens de rechter nog niet dat de bestelbus niet geschikt was voor een passagier. Door het verwijderen van enkele materialen kon er immers makkelijk alsnog een passagier meerijden. De aanvullende argumenten dat de bestelbus te...